Ode aan de Homo Trafficus Empathicus

Bij een vzw die zich inzet voor meer gedeelde en duurzame mobiliteit, mag het niet verbazen dat ook de werknemers zich bij voorkeur op een duurzame manier verplaatsen. In deze blogpost, recht uit het hart van de meest recente regenbuien: collega Valerie die al fietsend de herfst trotseert.

Gewapend tegen de regen – (c) Valerie, Mpact

Ode aan de Homo Trafficus Empathicus

Het is herfst. Zelfs de meest hardleerse optimist (en daar reken ik mezelf stiekem een beetje bij) zal geen probleem hebben om dit toe te geven. Een echte herfst, met alles erop en eraan. Wind, regen, veel regen. Het is alsof de weergoden – Oost-Indisch doof voor de smeekbedes van Frank tijdens ‘De Grote Droogte’ deze zomer – nu beslist hebben om de stop uit het bad te trekken.

En hoewel wij stervelingen, en bij uitbreiding onze natuur, gesmeekt hebben om een druppeltje hemelwater, blijft het toch een dubbel gevoel.

Want geef toe, fietsen door de regen, daar is toch niets leuks aan?

Los van het feit dat je nat wordt, is er nog ‘het verkeer’ dat zich plots gaat gedragen als een vis op het droge (!). Alle begrip natuurlijk voor de medemens die toch liever de wagen neemt met dit weer, en ik geef grif toe dat een vaag gevoel van jaloezie me dan niet vreemd is. Maar toch…, u zit al droog in een wagen, dus sneller rijden zal weinig bijdragen aan het vermijden van het vervelende neveneffect van regen, namelijk de doorweektheidsfactor.

De stopstreep op de baan mag dan minder goed leesbaar zijn door het natte wegdek, doen alsof u die niet gezien heeft, is geen geldige uitvlucht om nog snel te veinzen dat u ook mij niet gezien hebt (ik ben één en al licht en fluostrepen). En het rode licht betekent ook nu nog ‘stoppen’, daar verandert het weer helaas niets aan.

En toch zijn dit maar vage echo’s van ergernissen in vergelijking met de triomfjes en pleziertjes van fietsen in de regen.

Ook als kind liep Valerie al met een bolletjesregenjas door de plassen. Hier na de oververhitte zomer van 1976 – (c) Valerie, Mpact

Na de rit je übersexy regenoverschoenen uittrekken – die deze keer niet aan de pedalen bleven hangen aan het rode licht waardoor je onelegant tegen de vlakte ging naast een rij wachtende auto’s. En dan de regenbroek afstropen, die heel gracieus over de rok is getrokken, en met een vleugje overwinningsgevoel vaststellen dat alles wat droog moest blijven, nog droog is.

Het legitieme excuus om nóg een regenjas te kopen.

Wanneer je dagelijks in het Belgische weer fietst, kan je niet genoeg voorbereid zijn, toch? En ja, zelfs de druppels die aan je neus blijven hangen, hebben soms iets frivools.

Maar terug naar ‘het verkeer’: ik ben al een tijdje opgehouden me mateloos te ergeren – op een paar luide vloeken en vage handgebaren na – want behalve een verhoogde hartslag en obscure revanchefantasieën levert het niets op. En uiteraard ben ik zelf ook niet altijd het toonbeeld van hoe het moet, hierbij mijn oprechte excuses aan iedereen die zich ooit al aan mij heeft gestoord in het verkeer.

En daarom wil ik graag dank u zeggen tegen iedereen die er onbewust toe bijdraagt om mijn dagelijkse fietstocht nog aangenamer te maken.

Bedankt, medeweggebruiker, om met dat tikkeltje empathie toch de wettelijke 1,5 meter afstand te houden. Met 1 meter was ik al heel tevreden. Bedankt om de plassen waar ik net naast fiets, te ontwijken. Bedankt om me voorrang te geven op plaatsen waar dat eigenlijk niet hoeft. Bedankt voor die glimp van mededogen en schroom wanneer onze blikken elkaar kruisen tijdens mijn verwoede strijd tegen de weerelementen.

U hoeft zich niet schuldig te voelen dat u droog zit, en ik niet. U kan niet weten dat ik mijn fiets voor geen duizend zonnige dagen zou willen ruilen voor uw voertuig.

– Valerie

(c) Valerie, Mpact