Rittendelen glipt door de mazen van het mobiliteitsnet

Blog_totaalbeeld

Carpool als de missing link voor rurale mobiliteit

Carpoolen is op dit moment in Vlaanderen vooral succesvol georganiseerd voor het woon-werkverkeer. Maar hoe breiden we dit uit naar de vrije tijd, verhogen we het comfort en zorgen we ervoor dat rittendelen in de periferie een volwaardige aanvulling is op het openbaar vervoer? Dit artikel volgt uit een inspirerend werkbezoek aan de Grand Est-regio in Frankrijk, georganiseerd door Provincie West-Vlaanderen. Deze regio heeft carpoolen hoog op de agenda geplaatst met een regionaal plan van aanpak. En dat werkt. 

Openbaar vervoer alleen is niet voldoende in landelijk gebied

In de stad kan je als bewoner rekenen op het openbaar vervoer, zeker als we in de toekomst voor meer en beter openbaar vervoer zorgen. Buiten de steden zit je al snel met het probleem dat er langere afstanden afgelegd worden met minder gebruikers. Je zet je schaarse grondstoffen niet op de meest efficiënte manier in door iedereen op gelijk welke plek in ons land om de 3 minuten een bus in alle richtingen aan te bieden. We moeten in landelijk gebied in de eerste plaats focussen op verdichting, en daarbij ook op het soort mobiliteit dat het openbaar vervoer kan ondersteunen.

In de Grand Est-regio hebben ze dat laatste begrepen en zetten ze in op rittendelen. Maar wat maakt rittendelen of carpoolen in deze landelijke regio succesvol? Het simpele antwoord is: dat ze er echt helemaal voor gegaan zijn. Het langere antwoord is dat er een doorgedreven beleid uitgewerkt is, waarbij infrastructuur en het actief aanmoedigen van mensen de grote speerpunten zijn.

Elektrische (wandel)bus in Metz.

Het voorbeeld van Metz

Er worden in Metz op strategische plekken carpoolparkings en overstapparkings voorzien. Mensen rijden met hun auto naar de carpoolparking naast de autosnelweg, en rijden dan samen met iemand anders naar, bijvoorbeeld, het werk. De overstapparkings liggen dan weer aan de rand van de stad, waar mensen hun auto inwisselen voor het openbaar vervoer.

Belangrijk bij deze parkeerplekken is niet alleen de simpele aanwezigheid ervan, maar ook dat er voldoende capaciteit voorzien is. En die was er. Ter vergelijking bij ons: Mpact-collega’s Jasmien en Isaura stonden ’s ochtends om 7u aan de carpoolparking van Loppem en die was al volledig volzet. Ook hoe de parking ingericht wordt speelt een rol: Metz zet in op duidelijke signalisatie om er te geraken, overdekte fietsenstallingen, verzorgde vuilnisbakken, zelfs sanitair was er aanwezig.

Collega’s Jasmien en Isaura onderweg.

Maar er wordt ook duchtig ingezet op manieren om mensen van al deze zaken te laten gebruikmaken. Bijvoorbeeld moet je wel betalen voor bepaalde parkings, maar is je dagticket openbaar vervoer inbegrepen.

Daarnaast zijn er verschillende samenwerkingen en financieringsmogelijkheden opgezet vanuit de regionale overheid. De regio voorziet in campagnes aan de inwoners en in begeleiding van bedrijven. Ze vraagt aan de stad om zoiets als de carpoolparkings en overstapparkings uit te baten, maar voorziet daarvoor wel voldoende middelen. Particulieren die zich inschrijven voor carpool, krijgen een financiële tussenkomst vanuit de overheid, de werkgever komt er niet tussen.

Overstapparking Metz.

Ook in Vlaanderen zou het heerlijk zijn om carpool op een regionaal niveau te implementeren. Er is zeker nog ruimte voor, want nu zetten we op regionaal niveau vooral in op woon-werkverkeer terwijl 2/3e van de ritten plaatsvindt in de vrije tijd (winkelen/diensten en recreatieve verplaatsingen).

Mobipunten en carpoollijnen

Als we alle best practices uit Vlaanderen, Metz en andere regio’s combineren, komen we tot het volgende spel van punten en lijnen. Dit vormt het ideale scenario, dat nog nergens 100% toegepast wordt, maar waarvan we wel al aparte toepassingen gezien hebben.

Mensen die vanuit landelijk gebied naar de stad willen, kunnen gebruik maken van een overstapparking aan de rand van de stad. Bedoeling is om de auto te kunnen parkeren en voor de laatste kilometers over te stappen op ‘compactere’ opties zoals o.a. openbaar vervoer en deelfietsen. Dit vermijdt dat het verkeer stropt of dat mensen eindeloos rondjes rijden in het stadscentrum op zoek naar parkeerplek. Zo verhoogt de leefbaarheid in de stad.

Wie vanuit een landelijke gemeente een stevig aantal kilometers met de auto moet afleggen richting het werk, kan vaak rekenen op iemand anders die op de autosnelweg krak dezelfde route aflegt. Bijvoorbeeld omdat werkgevers zich op een industrieterrein gevestigd hebben. En die carpool-buddy hoeft niet een directe buur te zijn. Het kan zijn dat beide carpoolers met de auto vanuit hun verschillende woonplekken naar de carpoolparking rijden. Maar ook dat de een met de auto komt, de ander te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer. De overtollige auto of fiets wordt geparkeerd, de passagiers stappen in, en met één auto wordt de rest van de weg afgelegd. Het ideale systeem is wanneer de autosnelweg ook nog eens voorzien is van carpoolstroken. Waarbij auto’s met meerdere personen een eigen strook krijgen en dus vlotter kunnen doorrijden dan de rest. Mocht iedereen 1 keer per week carpoolen, stonden we trouwens sowieso niet meer in de file.

Carpoolparkings maken de connectie met de snelwegen, die idealiter van carpoolstroken voorzien zijn.

De carpoolstroken zijn ook toepasbaar op de ritten die gemaakt worden in de vrije tijd, en waarvoor zoals eerder gezegd nog weinig voor georganiseerd wordt. Stel je voor dat mensen kunnen carpoolen naar de kust en via een carpoolstrook de gebruikelijke file voorbij kunnen rijden. Hoelang zou het duren voor we meer rittendelers hebben en de typische files naar de kust afnemen?

Tot slot kan het delen van ritten soelaas bieden om van de ene landelijke gemeente naar de andere te geraken. Aan sommige wegen tussen kleinere gemeentes passeert best veel autoverkeer, terwijl er nauwelijks of geen bussen (kunnen) rijden. Als we deze wegen herdopen tot carpoollijnen, dan is het perfect mogelijk voor passagiers om vanaf bepaalde vaste punten op deze lijn opgepikt te worden door wagens die daar op het moment zelf passeren, en naar de volgende gemeente mee te rijden. Het is vergelijkbaar met liften, maar je gaat een stapje verder door het carpoolpunt langs de kant van de weg goed in te richten (afscherming van het weer, borden die aangeven welke richting je uit wilt). Plus door met een online platform en app te werken, kan je de betrouwbaarheid van chauffeurs nagaan en gemakkelijk een vergoeding regelen.

Carpoollijnen en carpoolpunten in landelijk gebied.

Puntjes op de i zetten

Een goede inrichting van mobiliteitspunten is niet enkel relevant voor de carpoolpunten langs carpoollijnen. Het is cruciaal om op alle punten (overstapparkings bij de stad, carpoolparkings, carpoolpunten) de principes van een mobipunt toe te passen. De punten moeten goed voorzien zijn van infrastructuur, aangepast aan welk soort punt het is. Voldoende capaciteit, voldoende mobiliteitsmodi aanbieden, realtime info, groen, vuilnisbakken, bankjes, bescherming tegen het weer, toegankelijk voor slechtzienden en mensen die een rolstoel gebruiken, en ook openbare toiletten en pakketautomaten kunnen onderdeel zijn van sommige punten. Daarnaast moet de veiligheid goed zitten: niemand, zeker vrouwen niet, wil op een slecht verlichte parking zitten wachten op het vervolg van hun reis.

Elk punt wordt zoveel mogelijk ingericht, aangepast aan welk soort punt het is.

Op één lijn zitten

Welk vervolg zien wij aan onze reis naar Metz? Vanuit Mpact zien we heel wat kansen om in Vlaanderen op regionaal niveau bezig te zijn met de implementatie van rittendelen. Dankzij een regionale aanpak kunnen we de landelijke mobiliteit in Vlaanderen een boost geven door strategisch te connecteren (offline en online) en te delen. Als we daarbij ook oog hebben voor verplaatsingen in de vrije tijd, dan zorgen we ervoor dat mobiliteit in Vlaanderen sterk kan verduurzamen, met meer opties om je te verplaatsen, minder files en parkeerdruk en meer vrije ruimte. Er zit kortom nog heel wat onontgonnen potentieel in rittendelen waar vandaag nog niets mee gebeurt. Bij deze doen we graag een oproep naar de lokale en regionale overheden om hiermee samen aan de slag te gaan!

Contacteer onze expert carpool en landelijke mobiliteit voor meer info:

Jasmien Jaques via jasmien.jaques@mpact.be

Deze blog kwam tot stand vanuit ons werk rond landelijke mobiliteit in Vlaanderen binnen het Europees Interreg-project G-PaTRA.