Fietsen is the future!

Jan Pollers Jan Pollers

Fietsen is de toekomst. Daar zijn we met Mpact rotsvast van overtuigd. En we zijn niet de enigen: heel wat professionals en fietsfanaten kwamen eind 2024 samen voor de studiedag ‘Op de fiets’, georganiseerd door Fietsberaad Vlaanderen en de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning. Mpact brengt verslag uit.

Vlaanderen fietsland?

Vlaanderen wil een fietsregio worden. Met ons vlakke landschap en onze behapbare steden, beschikken we hier over de ideale randvoorwaarden. Bovendien hebben we inzake fietsbeleid de wind in de rug: Vlaanderen mikt immers op 30% fietsverkeer tegen 2040. We zijn op dat vlak alvast op de goede weg: zoals Wout Baert van Fietsberaad toelichtte, bedroeg het fietsverkeer in 2014 zo’n 12.5%. Tegen 2024 steeg dit reeds naar 19%. De beleidskeuze van zowel de Vlaamse regering als diverse steden en gemeenten om meer te investeren in de uitbouw van fietsinfrastructuur speelt hierin ontegensprekelijk een rol. Echter, om aan die 30% te geraken, zullen we me toch een versnelling hoger moeten schakelen.

Infrastructuur, infrastructuur, infrastructuur

De eerste logische stap is uiteraard om de fietsinfrastructuur verder te ontwikkelen. Dit moet ertoe leiden dat we niet alleen ‘kunnen’ fietsen, maar ook ‘willen’ fietsen zoals Bas Govers (Goudappel) uiteenzette. Op een fietsstrookje (a.k.a het ‘moordstrookje’) langs een drukke baan zonder enige vorm van fysieke scheiding van het gemotoriseerd verkeer kan je in theorie fietsen. Maar wil je dat wel? 

Inzetten op veilige, aangename infrastructuur is daarom essentieel: men zal pas ergens ‘willen’ fietsen wanneer we onze historische stadskernen zo autoluw mogelijk maken en straatparkeren maximaal reduceren om zo ruimte te geven aan de fietser (en de voetganger). Buiten de stad en in de suburbane zones, is het essentieel om verkeersstromen maximaal te scheiden om zo de veiligheid te waarborgen.

“Maar dat gaat toch een smak geld kosten”, hoor ik je denken? Ingrijpen in de infrastructuur heeft inderdaad een kostenplaatje. Echter, deze ingrepen hebben een duidelijke return-on-investment. Een rapport van Fietsberaad en Transport & Mobility Leuven (p. 24) toont aan dat de aanleg van een fietspad langs beide kanten van de weg makkelijk 1 miljoen € per kilometer kost. Nochtans leidt diezelfde investering tot maar liefst 55% minder verkeersdoden en 55% minder zwaargewonden. Bovendien is het een maatregel die door nagenoeg de volledige bevolking wordt gesteund. Flankerende maatregelen zoals de uitrol van fietskluizen aan stations – voorgesteld door Simon Willemsens van The New Drive en Nathalie Neirynck van SOLVA – kunnen pendelaars verder over de streep halen om met hun (duurdere) elektrische fiets de first mile naar het station af te leggen, waar ze hun fiets veilig kunnen stallen.

Wind en regen houden fietsers langs de nieuwe fietssnelweg in Ronse niet tegen! (copyright: Provincie Oost-Vlaanderen)

Beleid als de basis

Beleidsvorming speelt in dit alles uiteraard een hoofdrol. Een interessante casus waar elk bestuur wat van kan leren, is die van de Oost-Vlaamse stad Zele. Hier namen burgemeester Hans Knop en zijn team heel wat maatregelen om de fietsveiligheid te bevorderen: de invoering van een zone 30, fietsstraten, autoluwe zones, een circulatieplan, verkeersremmers, sensibilisering en handhaving. Hoewel sommige maatregelen tot protest en tweedracht leidden, slaagden burgemeester Hans Knop en zijn team erin om het fietsveiligheidsgevoel van amper 22% in 2020 te laten stijgen naar 44% in 2023. In fietstermen: op Vlaams niveau is dat van de staart naar de kop van het peloton. Oh ja, ondanks het (soms heel vocale) protest, geraakte de burgemeester vlotjes herverkozen. 

Zele is niet de enige best practice in Vlaanderen: het gemeentelijk samenwerkingsverband Kordia (rond Turnhout), de regio Leuven en Stad Leuven trekken resoluut de fietskaart – met succes!

De Ring rond Brussel kan je nu vlot oversteken dankzij de langste fietsbrug van het land! (copyright: SWECO)

De fiets, liefst geen luxeproduct

Globaal genomen zijn we in Vlaanderen de voorbije jaren een paar versnellingen hoger geschakeld inzake de ontwikkeling van aantrekkelijke fietsinfrastructuur. Echter, wanneer je even langs een fietssnelweg staat, merk je dat het toch vooral de (hogere) middenklasse is die fietst. Om de 30% fietsverkeer te bereiken, zullen we dus meer uit de kast moeten halen dan louter de infrastructuur te ontwikkelen. We moeten inzetten op iets wat zo vanzelfsprekend is dat het soms vergeten wordt: mensen toegang geven tot… de fiets! 

Uit Europese projecten waaraan Mpact deelneemt (SmartHubs en SMALL), leren we immers dat sommige doelgroepen barrières ondervinden waardoor fietsen allesbehalve vanzelfsprekend is: niet kunnen fietsen, geen (kinder)fiets kunnen kopen, een te hoge kostprijs van deelfietsen, of geen toegang hebben tot een aangepaste fiets in de buurt zijn grotere struikelblokken dan we soms vermoeden.

Met twee van onze Mpact-diensten – Cozywheels en Op Wielekes – willen we alvast enkele van deze barrières wegwerken om zo alle Vlamingen, ongeacht leeftijd, inkomen of gezondheid, op de fiets te krijgen. Lees hier meer over hoe we dit aanpakken

Wat nu?

Globaal genomen mogen we trots zijn op de stappen die we de afgelopen jaren voorwaarts zetten in Vlaanderen qua fietsbeleid. Akkoord, we fietsen nog niet mee op Nederlands of Deens niveau. Desalniettemin is er heel wat politieke ambitie: Vlaanderen moet de fietsregio worden, aldus het Vlaams Regeerakkoord (p. 37), wat zich vertaalt in meer budget, meer infrastructuur, en op termijn nog meer fietsers. Zoals we eerder al schreven: “Build it and they will come”. En komen doen ze: gestaag maar zeker stijgt het aantal fietsers in Vlaanderen. Maar aan de ambitie van 30% fietsverkeer zitten we helaas nog niet.

Met Mpact blijven we ons daarom dagdagelijks inzetten om fietsen mainstream te maken: voor gezinnen en kinderen via Op Wielekes, maar evenzeer voor personen met een beperking dankzij de G-fietsen die we aanbieden via Cozywheels. Want fietsen is the future!